Tijdrijden in België: een succesverhaal van jarenlange investeringen
Al meer dan 15 jaar wordt er in België actief gewerkt aan de ontwikkeling van tijdrijders, met als doel het afleveren van atleten die op het hoogste internationale niveau kunnen meestrijden. In een recent artikel op Sporza werd benadrukt dat het succes van de huidige generatie Belgische tijdrijders geen toeval is, maar dat de federatie al langer investeert in het onderdeel tegen de klok. In dit artikel belichten we de fundamentele elementen achter dit succesverhaal en laten we zien hoe de gezamenlijke inspanningen van clubs, organisatoren en Belgian Cycling de talenten klaarstomen voor het wereldpodium.
De testtijdritten vullen een leemte op
Eén van de hoekstenen van de ontwikkeling van tijdrijders in België zijn de nationale testtijdritten. Hier komen de beste Belgische tijdrijders samen om zichzelf te meten met elkaar en hun progressie te evalueren. Het idee voor deze tijdritten kwam van Carlo Bomans, die volgens voormalig directeur van Belgian Cycling, Jos Smets, alle eer verdient voor het opzetten ervan. “Carlo heeft ervoor gezorgd dat de allereerste testtijdrit kon plaatsvinden in Borlo, bijna 20 jaar geleden”, aldus Smets.
De beweegreden achter de testtijdritten was tweeledig. “Ten eerste wilden we meer competitieaanbod creëren voor tijdrijders, aangezien er destijds op nationaal niveau alleen het BK Tijdrijden bestond”, legt Smets uit. Daarnaast boden de testtijdritten de bondscoaches meer inzicht in de kwaliteit van de Belgische renners in het tijdrijden. “Deze wedstrijden gaven ons meer referentiepunten om op te baseren voor de selecties voor EK’s en WK’s,” vult hij aan. Dankzij deze regelmatige wedstrijden kregen zowel renners als coaches de mogelijkheid om progressie en potentieel beter in kaart te brengen.
“Uit onze gegevens zien we een duidelijk verband tussen de deelname aan de testtijdritten en het BK Tijdrijden, en de prestaties op Europese en wereldkampioenschappen”, vertelt Xavier Vandermeulen, sportsecretaris bij Belgian Cycling. “De beste Belgische tijdrijders, zoals Victor Campenaerts, Remco Evenepoel, Alec Segaert, Cian Uijtdebroeks, … hebben in de jaren voorafgaand aan hun successen meerdere keren deelgenomen aan deze wedstrijden.” Dit illustreert het belang in het grotere traject dat Belgische tijdrijders afleggen.
Naast de testtijdritten en het BK Tijdrijden zijn er ook provinciale tijdritkampioenschappen en het Belgisch kampioenschap Ploegentijdrijden, die renners verder de kans bieden om zich te onderscheiden.
Clubs en organisatoren vormen een belangrijke schakel
Naast een financiële bijdrage in de organisatiekosten en het voorzien van een prijzenpot door Belgian Cycling zouden initiatieven zoals de testtijdritten niet mogelijk zijn zonder de passie en inzet van lokale organisatoren. Neem bijvoorbeeld Omer Bovy, die in 2025 de 20ste editie van de testtijdrit in Borlo organiseert. Ook Ivo Lins, organisator van de testtijdrit in Poperinge, zag vanuit zijn rol bij jeugdclubs in Menen en Deerlijk een belangrijke behoefte ontstaan. “Veel Belgische renners focusten op wegwedstrijden in eigen land, maar hadden moeite om mee te doen voor het algemeen klassement in buitenlandse rittenkoersen,” vertelt Lins. Steeds vaker maakte een tijdrit deel uit van deze wedstrijden, en zonder daarop te trainen was het lastig om competitief te blijven.
Uit zijn passie voor de tijdritdiscipline nam Lins het initiatief om de testtijdrit in Poperinge op te starten, met als hoofddoel de jeugd een platform te bieden om op competitief niveau tijdritten te rijden. “Deze tijdritten bieden jonge renners de kans om ervaring op te doen en zich te meten met hun leeftijdsgenoten, wat essentieel is voor hun ontwikkeling,” aldus Lins. Zijn inzet, evenals die van andere organisatoren en clubs, is een cruciale factor in de groei van de tijdritdiscipline in België.
Gerichte talentontwikkeling
“Resultaten alleen zeggen natuurlijk niet voldoende over de capaciteiten van jonge renners”, aldus Erwin Koninckx, trainingscoördinator bij Belgian Cycling. Erwin staat mee aan de basis van het tijdritproject bij de wielerfederaties. Na zijn doctoraat over spierkracht, piekvermogen en traptechniek aan de KUL was hij vanaf 2007 betrokken bij een gesubsidieerd project van Cycling Vlaanderen over luchtweerstand. Technologie, innovatie en tijdrijden gaan hand in hand en partners zoals Bioracer sprongen mee op de kar.
Sinds 2013 werkt Belgian Cycling met een vaste kern van renners die aanleg tonen voor tijdrijden. “Renners worden uitgenodigd voor inspanningstesten, testen op de piste, en er wordt gesleuteld aan een competitieve fietspositie. Deze opvolging begint al bij de nieuwelingen en junioren, waarbij de federatie vaak ook materiële ondersteuning biedt,” vertelt Koninckx. Zo werden renners zoals Lotte Kopecky en Alec Segaert in hun juniorenperiode ondersteund.
De ondersteuning van de federatie is doorheen de jaren gewijzigd. Met zijn geslaagde aanval op het werelduurrecord en successen op tijdritkampioenschappen heeft Victor Campenaerts de tijdritdiscipline in België een sexy imago bezorgd. Teams gingen meer investeren, en zo veranderde ook de hulp vanuit de federatie. “Jasper Schoofs bijvoorbeeld kreeg als eerstejaars junior veel steun van de federatie, maar in zijn tweede jaar werd hij aangetrokken door het devo team van Soudal Quick-Step en genoot hij van professionele ondersteuning vanuit het team,” legt Koninckx uit.
Bij de dames blijft de federatie vaak langer een belangrijke rol spelen. De begeleiding is altijd maatwerk: “We kijken per renner waar de noden liggen,” zegt Koninckx. Een ander belangrijk aspect is de wedstrijdindeling of pacing plan, dat vaak in samenwerking met het team en de persoonlijke coach wordt opgesteld.
Van talent tot toprenner
Veel van de Belgische toptijdrijders zijn via dit traject doorgegroeid naar het internationale podium. Een renner zoals Alec Segaert is een mooi voorbeeld. Door een traject te volgen van nationale testtijdritten, ondersteuning op clubniveau en professionalisering bij het team en de federatie, heeft hij zich ontwikkeld van een beloftevol talent tot een internationale topatleet.
Het Belgische tijdrijden is de afgelopen jaren naar een hoger niveau getild door middel van strategische investeringen, een goed gestructureerd tijdritproject en talenten die wíllen investeren in tijdrijden. Dankzij de samenwerking tussen clubs, organisatoren en de wielerfederaties kunnen Belgische renners blijven excelleren op het hoogste niveau.