Offroad met Leen Massaer & Filip Meirhaeghe

Leen, jij kwam eind 2022 aan boord als coördinator MTB, als geen ander geschikt dus om wat toelichting te geven bij de nationale kalender. Vertel eens, hoe ziet die eruit voor 2023?

Leen: “Als we kijken naar Vlaanderen, staan er dit jaar 12 Kids Series op de kalender en 10 XCO Series. Het is mooi om te zien dat daar steeds meer een constante in zit. Daarnaast hebben we ook over de taalgrens o.a. de Wallonia Cup. Als we naar de grotere wedstrijden gaan kijken, hebben we 3 manches van de 3 Nations Cup in eigen land: Eupen, Genk en Houffalize.”

“Het doel en de uitdaging is om Vlaanderen en Wallonië wat betreft kalender en organisatie samen op de rails te krijgen en organisatoren daarin zoveel mogelijk te ondersteunen. Het is één ding om een duidelijke toekomstvisie uit te werken voor de MTB-sport in ons land, we moeten die natuurlijk ook wel uitbouwen.”

“Naast de Olympische XCO zijn er in het MTB ook nog andere disciplines zoals Marathon, Enduro en strandraces. We streven ernaar om al deze renners een mooie en evenwichtige kalender te bieden. Zo staan er ook in het XCM 2 UCI-wedstrijden op de kalender met de Roc d’Ardenne in Houffalize en de meerdaagse BeMC in La Roche-en-Ardenne. Er is ook sprake van een WB E-bike in Francorchamps, die gesprekken lopen momenteel volop.”

Leen: “Voor het BK XCO trekken we naar het mekka van het MTB: Houffalize. Aan de vooravond ervan, organiseren we hier ook het BK XCC. Op die manier krijgen onze renners dezelfde kansen als in het buitenland om punten te pakken richting de Spelen.”

Filip: “In Houffalize vinden de renners een selectief parcours op internationaal niveau. Het is er superzwaar, je hebt weinig recuperatie en de afdalingen zijn technisch. Hier wint de sterkste. Wil je in Houffalize een rol van betekenis spelen, dan moet je van alle soorten parcoursen geproefd hebben. Dat wil zeggen dat je in de aanloop ook wedstrijden over de taalgrens moet meepakken.”

Leen: “Als we kijken naar de andere disciplines, dan is het begin september verzamelen geblazen in Bouillon voor het BK Enduro en het BK Marathon. Ook hier zijn de titels en truien gelijk getrokken voor mannen en vrouwen. Een belangrijke stap.”

Welke renners moeten we dit seizoen in de gaten houden?

Filip: “Bij de mannen zijn dat Pierre de Froidmont en Belgisch kampioen Jens Schuermans. Zij staan momenteel op een 10de en 11de plaats op de wereldranking. Het is lang geleden dat we dat meegemaakt hebben. Bij de vrouwen is Githa Michiels de gevestigde waarde en is Belgisch kampioene Emeline Detilleux echt aan een opmars bezig. Zo heeft ze hier in Griekenland de seizoenstart alvast niet gemist met 5 overwinningen.”

“Bij de beloften kijken we naast Lukas Malezsewski en Jarne Vandersteen ook naar Jente Michels, toptalent uit de cross. Hier in Griekenland kwam hij alvast goed voor de dag met een eerste overwinning. Ook bij de dames is er in deze categorie talent op komst met de Waalse Julia Grégoire. Als eerstejaars belofte maakt ze de combinatie met de weg. Er is dus nauw overleg met Ludwig Willems, bondscoach op de weg en haar eigen trainer om een mooi programma uit te werken. Niet alleen op het vlak van de koers, maar uiteraard ook met oog voor school. Haar persoonlijke evolutie op lange termijn staat centraal. Renners met potentieel moeten we soigneren, ongeacht hun discipline.”

“Op jongere leeftijd bij de junioren is het nog wat aftasten, want zij hebben nog niet veel internationale ervaring. Doel voor jongens als Antoine Jamin is top-10 in de internationale UCI Junior Series. De trainingen vanaf de nieuwelingen van Jeff Luyten aan Vlaamse kant en Brice Scholtes aan Waalse kant zijn hierin echt een meerwaarde. Op basis van die trainingen nodig we nu op de nationale stages ook 5 jonge renners uit beide landsgedeeltes uit om mee te trainen met de kern en kennis te maken met alles errond. Op die manier leren ze hoe de nationale ploeg werkt en ontmoeten ze hun idolen. Zo planten we zaadjes voor de toekomst.”

Hoe ziet het programma van de nationale selectie eruit dit jaar?

Filip: “Om dat programma te kaderen, is het belangrijk te weten dat de nationale ploeg focust op de Olympische disciplines, dus daarin zitten alleen cross-country renners. Het is min of meer een vaste kern die jaarlijks aangevuld wordt met een aantal nieuwkomers. Die testen we en op basis daarvan gaan ze mee naar een aantal grote wedstrijden in het begin van het seizoen. Daarna volgt een evaluatie om te zien of ze voldoen aan de vooropgestelde criteria. Voor een eerstejaars junior verwachten we een evolutie richting top-20 in de UCI Junior Series, voor een tweedejaars is dat een top-12 plaats. De basisbegeleiding gebeurt regionaal en bij hun eigen team. De nationale ploeg is de laatste stap, hier worden resultaten verwacht. Het is uiteraard de bedoeling om op internationaal niveau te presteren wanneer je in de Belgische ploeg  terechtkomt.”

“De kalender dan, met de junioren trekken we onder meer naar de Junior Series in Zwitserland, Oostenrijk, Duitsland en Tsjechië met het oog om een selectie af te dwingen voor het WK en het EK. De beloften willen we als federatie de kans bieden om de Wereldbeker te rijden, vooral renners van wie de eigen ploeg niet gaat. Onze eliterenners stippelen een kalender uit met het oog op de Spelen en focussen daarnaast op het EK in Kraków (POL) en het WK in Glasgow (GBR). Het is een drukke kalender en dat je de hele wereld moet rondreizen, maakt het er als federatie niet makkelijker op. We proberen de verplaatsingen dan ook zo efficiënt mogelijk in te plannen.”

Leen: “In het marathon en de andere MTB-disciplines ligt het iets anders, aangezien die niet-olympisch zijn. Er is dan ook geen nationale selectie en renners reizen op eigen houtje af naar EK’s en WK’s.”

Jullie haalden beiden al aan dat het belangrijk is om punten te sprokkelen met het oog op de Spelen. Hoe ziet de kwalificatiecampagne eruit voor onze bikers?

Filip: “Het doel is om in Parijs 2 mannen en 1 vrouw te kunnen afvaardigen voor ons land om nadien voor het hoogst mogelijke resultaat te gaan. Hiervoor moeten we respectievelijk in de top-8 (mannen) en de top-19 (vrouwen) eindigen in de Olympische landenranking. In beide gevallen voldoen we daar momenteel aan, want België staat bij de mannen op plek 5 en bij de vrouwen op een 15de stek. Dat moeten we natuurlijk zien vast te houden of te verbeteren tegen juni 2024. Deze ranking wordt opgemaakt door de punten van de beste 3 renners per land behaald tijdens de olympische kwalificatieperiode in UCI-wedstrijden van alle niveaus samen te tellen. Onze strategie als federatie is om onze kansen te maximaliseren door punten te scoren op EK en WK en daarnaast ook aanvullende wedstrijden te rijden waar dit nodig en budgettair haalbaar is. Zo zijn we bijvoorbeeld actief in enkele Wereldbekers en UCI-wedstrijden met renners die passen binnen deze strategie. Het wordt zaak verder wakker te blijven in de puntenstrijd en dit hand in hand te laten gaan met het ontwikkelen van jonger talent richting de olympiades na Parijs.”

In de achtergrond verschijnen de renners van de nationale selectie. Tijd voor Filip om zijn wagonnetje bij hen aan te haken voor deel 2 van de training. Dank Leen en Filip voor het gesprek en veel succes dit seizoen!

Foto’s: Marc Van Hecke, Facepeeters, Luc Delhaye